HomeNieuws
Geplaatst op: 20-04-2018

Nieuwsartikel AD

Niemand zit te wachten op campers in binnenstad, maar waar moeten ze dan naartoe?

Er komen steeds meer campers en zo neemt ook de vraag naar camper-plaatsen explosief toe. Maar gemeenten zijn niet bereid die aan te leggen:
Nicolette van der Werff 10-04-18

"De markt ontploft", verzucht Hans Kok (58) in het kantoor van zijn bedrijf Avanti Camperbouw, waar klanten stoffering en spotjes aan het uitzoeken zijn voor hun custom-camper. "Ik heb Facebook moeten verwijderden en Twitter ook. Gék werd ik ervan om steeds maar te moeten herhalen dat we vol zitten", zegt de camperbouwer, die vanuit zijn kantoor zicht heeft op de werkplaats in de buurt van de Westvlietweg in Den Haag.

De telefoon gaat op stil om ongestoord te kunnen spreken over campers. Die huizen op wielen hebben, kort door de bocht, twee categorieën eigenaren. Zo zijn er de trekkers die in hun camper op de bonnefooi willen rondreizen én we hebben de kampeerders die na enkele decennia gedoe met een caravan nu kiezen voor het comfort en de luxe van de camper, waarvan de luifel met een druk op de knop naar buiten rolt en de badkamer aan boord is.

Onze regio is met een kustlijn, cultuur én vertier een grote trekpleister voor beide categorieën. Maar de gemeenten zien het niet zitten om het de camperaar heel erg naar de zin te maken. Terwijl in Frankrijk ieder dorpje met een aardige fontein of een leuk kerkje een aantal openbare camperplekken heeft waar toeristen vaak gratis en soms voor een paar euro kunnen overnachten, voeren de gemeenten in onze regio een ontmoedigingsbeleid. Een boete van 140 euro kun je krijgen als je in Delft, Westland of Wassenaar de nacht op een parkeerplaats doorbrengt. In Den Haag zelfs 280 euro.

Een camping is gemaakt om er de hele dag te vertoeven. Je wordt vermaakt. Wij zijn de hele dag op pad en willen alleen een overnach­tings­plek

Groot gelijk

"De gemeenten hebben groot gelijk", zegt Kok, die de aanzuigende werking van een overnachtende camper kent. "Als ze dat niet zouden doen, zou je op Scheveningen de zee niet meer zien. Eén grote witte massa zou er dan op de boulevard geparkeerd staan."

Navraag leert dat in onze regio alle gemeenten voor legale overnachtingen in een camper verwijzen naar de campings in de buurt. Dat is voor voormalige caravan-eigenaren die vanwege het comfort zijn overgestapt op een camper geen probleem. Vroeger stonden ze met een caravan op de camping, nu met een camper. Er zijn echter heel veel camperaars die onder geen beding op een camping willen staan.

"We wilden al heel lang naar Den Haag, maar dat kon nooit want we houden niet van campings", zegt de heer Diependaele (66) uit Gent, die zijn camper op Camperpark Den Haag heeft neergezet en op het punt staat om met vrouw en zoon naar Madurodam te fietsen. Het schijnt niet met geld te maken te hebben dat de Belgische familie liever op het basic camperpark in de hoek tussen de A4 en de A12 staat dan op een luxueuze camping. "Een camping is gemaakt om er de hele dag te vertoeven. Je wordt vermaakt. Wij zijn de hele dag op pad en willen alleen een overnachtingsplek."

Camperplaats Den Haag gaat het derde seizoen in. Het is een terrein waar campers veilig kunnen overnachten en voorzieningen aantreffen als schoon drinkwater, een afvoer voor het chemisch toilet, douches en sanitair. "Maar we zijn géén camping", benadrukken eigenaars Erik en Astrid Romijn, die van de gemeente Den Haag de grond - waar ooit de Gemeentelijke Afval Verwerkings Installatie was gepland - voor vijf jaar mogen huren. Die tijdelijkheid zorgt ervoor dat ze niet kunnen investeren in toiletgebouwen of een mooie receptie. Het is een beetje provisorisch allemaal. Desondanks staat het er het eerste mooie weekend van het jaar vol met campers van mensen die, net als de Belgische familie, liever op een kaal terrein dan op een camping staan.

Ze vinden het jammer dat er in Westland of Delft geen openbare plekken zijn, zoals in Frankrijk. Een eenvoudig terrein aan de rand van de stad, zoals het Haagse camperpark, zouden ze zeer waarderen. Vooral als er een tram- of bus verbinding in de buurt is, alhoewel hun fietsen ook aan boord zijn. "We pakken zometeen lijn 15 naar de binnenstad", zegt Ronald. Ze willen wat rondkijken, een terrasje pakken en uit eten.

Niemand zit te wachten op een zee van campers in hartje Delft, Den Haag of op het Wilhelminaplein in Naaldwijk. Maar een beetje meedenken met de camperaars zou de gemeenten geen windeieren leggen. De Nederlandse Kampeerauto Club becijferde dat per camper per dag 55 euro wordt uitgegeven aan onder meer brandstof, boodschappen en uit eten gaan.

Met nu 100.000 Nederlandse camperaars - een aantal dat momenteel explosief groeit - gaat het om een flink kapitaal dat tot nu toe vooral in Franse of Duitse dorpjes wordt uitgegeven. Voor een grote groep trekkende camperaars is een ruime parkeerplek op een verhard terrein alles wat nodig is.
« Terug